07-02-2015
Deze week materiaal verzamelt van de leerplan commissie van mijn school. Blauwdruk en leerplanschema zijn de huidige documenten die een overzicht geven van het onderwijscurriculum. Koppeling naar de 10 componenten in het spider-web van Van de Akker (2003) is daaruit goed te maken. De visie die daarin vermeld wordt is ontleend aan Joseph Kessels (2000).
Ook is op 28 januari 2015 een gezamenlijk nieuw opleidingsprofiel Bachelor of Nursing gepresenteerd door het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV); een samenwerking van de 17 hogescholen in Nederland. Aan de basis van dit opleidingsprofiel ligt het beroepsprofiel Verpleegkundige wat door de beroepsorganisatie Verpleging en Verzorging Nederland ( V&VN) in 2012 is vastgesteld. alle bachelor opleidingen starten nu met de vernieuwing van hun curricula. Per regio gaan zij met de zorgaanbieders het keuze-onderwijs en stages vormgeven. Vanaf september 2016 zullend e eerste studenten volgens de nieuwe curricula worden opgeleid.persbericht op website van het LOOV
Binnen mijn instelling is daarvoor een projectgroep geformeerd, genaamd FontyN. Zij zullen in de komende periode de vertaalslag gaan initiëren. Ik heb me aangemeld als kritische volger en heb daarbij aangegeven graag mee te willen ontwikkelen/schrijven aan de producten waar mijn inhoudelijke expertise ligt.
korte samenvatting van:
Kessels, J.W.M. (2000). Het ontwerpproces als leerproces.
Diverse ontwerpbenaderingen:
Systematische benadering
In feite is het ontwerpproces terug te voeren
op het systematisch beantwoorden van de volgende vier vragen:
1. Welke doelen wil je bereiken?
2. Welke leerervaringen kunnen we aanbieden om de beoogde doelen te
realiseren?
3. Hoe kun je deze leerervaringen efficiënt organiseren?
4. Hoe kun je vaststellen of de beoogde doelen ook daadwerkelijk bereikt
zijn?
Deze vier vragen, die ook wel bekend staan als de Tyler Rationale.
Relationele benadering (Walker, 1990)
Het gaat bij de relationele benadering niet zozeer om dat het leertraject een hoge mate van interne consistentie heeft verworven door logische en systematische stappen te zetten, maar om het bevorderen van de externe consistentie: gedeelde opvattingen over het doel van het leertraject en de wijze van aanpak.
Artistieke benadering
De dialoog tussen de lerende en opleider, coach of mentor is belangrijker dan het overdragen van systematisch geplande leerstof en het aanbieden van logisch-rationeel te verantwoorden werkvormen. Zelfs de consensus van de ontwerpers voegt daar weinig aan toe.
Cognitivistische benadering
Het ontwerpproces legt veel nadruk op het analyseren van de kennisverwervings en kennisverwerkingsprocessen in het brein. Hiervoor zijn diverse technieken ontwikkeld, waarvan met name Patrick (1991, 1992) en Jonassen, Tessmer en Hannum (1999) uitvoerige beschrijvingen
hebben samengesteld. De cognitieve benadering hecht veel belang aan de interne structuur van
de te leren kennis en de wijze waarop lerenden daar greep op kunnen krijgen.
Constructivistische benadering
Het constructivisme houdt in dat leren een proces is van het opbouwen van ervaringen. Lerenden creëren interpretaties van de wereld om hen heen (Cunningham, 1992a en 1992b). Een gematigde constructivist wil desnoods rijke contexten aanbieden en hulp bieden bij het betekenis
verlenen aan de leeromgeving zoals het individu die ervaart. De extreme constructivist verwerpt het idee dat je cursussen kunt ontwikkelen met een vooropgezet plan van specifieke kennisverwerving (Winn, 1992).Het is net alsof een constructivistische ontwerpbenadering een contradictio in terminis is. De lerende kiest en ontwikkelt immers zijn eigen leerstrategieën, en vaak zelfs zijn eigen doelen. Wat valt daar dan nog aan te ontwerpen? Een constructivistische benadering biedt wellicht een ondersteuning bij het aanbieden van mentoring en coaching rond moeilijk te doorgronden domeinen van geavanceerde kennis en complexe probleemsituaties. De constructivistische benadering is vooral een sterke reactie tegen de vermeende voorspelbare leerresultaten die het gevolg zouden zijn van de rigide toepassing van ontwerpprocedures.
Het ontwerpproces als leerproces.
Bij het ontwerpen van een passend leertraject zal de ontwerper een grondige analyse moeten maken van de opleidingsnoodzaak, de leervragen van de doelgroep en de mogelijke leerwegen. In feite leert de ontwerper gedurende het ontwerptraject ontzettend veel van het probleem, het onderwerp en de organisatie waarin de vraag zich voordoet.
Food for Thought
- Hoe zou het zijn om het ontwerptraject te erkennen als een zeer productief leertraject?
- Als het ontwerptraject zo’n boeiend leertraject is voor de ontwerper en de opdrachtgever, waarom proberen we dan niet om ook de beoogde doelgroep te laten participeren?
- Als de opdrachtgever, lokale managers en andere actoren bij een zogenaamd opleidingsvraagstuk op een reflexieve wijze participeren in het ontwerptraject, hoe kunnen we dit leerproces intensiveren?
- Hoe zou het zijn om de potentiële deelnemers aan het leertraject het ontwerptraject in eigen beheer te geven?
- Is een lerende organisatie niet vooral een organisatie die bekwaam is in het organiseren van ontwerptrajecten die niet hoeven uit te monden in een cursus voor anderen?
- Is een ontwerptraject niet het meest succesvol als het beoogde eindproduct overbodig is geworden?
Slotpleidooi om de beoogde doelgroep een belangrijke rol te laten spelen bij het ontwerpproces, zodat deze mee kan profiteren van de leermogelijkheden die het ontwerpvraagstuk genereert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten